Adegems Nieuws
Gazette van Adegem - Gazedde van Oigem Pol Veirman

Vervallen treincompartimenten zijn verdwenen

De prachtige koninklijke treinsuite veranderde in een vervallen treinstel

Wie tot voor kort over het viaduct in Maldegem reed kon niet naast de treinstellen kijken die op het terrein naast het viaduct stonden. Sedert vorige week zijn die treinstellen verdwenen.

Edelhart De Lille (1927-2008) was een industrieel die met succes in verschillende bedrijven actief was. Hij had ook grote belangstelling voor objecten met een verleden. In de loods op het terrein van het vroegere Sobemai zijn nog enkele van die objecten, zoals de drukpers waarop het eerste “Getrouwe Maldegem” gedrukt werd, terug te vinden.

In de zestiger jaren kocht Edelhart enkele treinstellen. De meeste daarvan hadden hun diensten bewezen tijdens de oorlog. Het paradepaardje was het treincompartiment waarmee de koningin nog door Oostenrijk had gereden.

Toen dat treinstel in Maldegem aankwam was het een juweeltje: in het koninklijk compartiment was alles nog aanwezig (keuken, salon, slaapkamer badkamer en vergaderzaal). Edelhart genoot ervan om naar zijn treinstellen te kunnen kijken, maar hij was blijkbaar de enige die belangstelling had voor zijn juweeltjes. Omdat hij regelmatig in de clinch ging met “Groen” bouwde Edelhart op zijn terrein in metaal een “Groene Jan” van enkele meters hoog.

Krakers en vandalen hebben er helaas voor gezorgd dat er van het interieur van het koninklijk compartiment niets meer overbleef…

Krakers
Enkele van de treinstellen werden aanvankelijk bewoond, met de toestemming van Edelhart. Later kwamen krakers en vandalen op de wagons af. Dat was het begin van het einde van de glorietijd van de treinstellen: de ruiten werden ingeslagen en het interieur van de wagons werd hard aangepakt. Van het mooie interieur is niets meer overgebleven.

Geen belangstelling
De familie De Lille wou af van de treinstellen. Enkele jaren terug kregen een paar van de wagons een nieuw onderkomen bij het spoorwegmuseum Verbeke. De nog overgebleven treinstellen werden aangeboden aan zowel het stoomcentrum als het spoorwegmuseum, maar niemand had belangstelling.

De familie heeft dan maar besloten om zowel de treinstellen als de “Groene Jan” te laten ontmantelen. Wat er met het vrijgekomen terrein zal gebeuren staat nog niet vast. Op het gewestplan staat het ingekleurd als bedrijfszone.